zaterdag 29 januari 2011

Calçots

Dit is eigenlijk geen recept dat je thuis maakt; meer een evenement dat je kunt meemaken in de wintermaanden in de Catalaanse kuststreek ten zuiden van Barcelona (met name de provincie Tarragona), in de vorm van calçotades, of calçot-barbecues. De calçots zijn uienspruiten, vergelijkbaar met lenteuitjes, die na de zomer worden herplant, en die in de lengte groeien zonder te kleuren doordat men de grond rond de spruiten steeds ophoogt. Zonder daar veel verstand van te hebben, vermoed ik dat het lijkt op de manier waarop witte asperges worden gekweekt.

Vanaf eind november, en tot maart ongeveer, worden de calçots geoogst en worden er calçotades gehouden. Daarbij worden de calçots op de barbecue in de vlammen geroosterd. Als de buitenkant zwartgeblakerd is, worden ze in bosjes in kranten gewikkeld om nog een half uur na te garen. Daarna worden ze op hete dakpannen geserveerd.
Handleiding: Hoe eet je calçots

De eters pellen de calçots en dopen ze in romesco-saus. Daarna volgt het vlees: als de vlammen van de barbecue zijn gedoofd wordt er op de gloeiende kolen kip, konijn, butifarra (Catalaanse worst) etc. geroosterd. Met de zwartgeblakerde calçots en de druipende saus wordt het natuurlijk een buitengewoon smerige boel, bij de calçotades moet iedereen een slab dragen.

Het recept voor de romesco-saus:

Je moet de tomaten en de knoflook escalibar, dat wil zeggen een half uur, samen met de paprika en het brood (opletten dat dit niet te donker wordt!), in een oven van 200ºC leggen, daarna laten afkoelen en pellen. De amandelen en hazelnoten fijnmalen in de keukenmachine. Dan het verkruimelde brood, de paprika, de knoflook en een scheutje azijn toevoegen tot je een dikke pasta krijgt. Tenslotte de tomaten er door heen mengen en, beetje bij beetje, de olijfolie. Op smaak brengen met rozemarijn en zout. De saus moet zo dik zijn dat hij niet te veel van de calçots afdruipt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten