
Als het om eten gaat, heeft een taal geen benamingen voor producten die niet voorkomen: in het Spaans bestaat er geen woord voor
honingdrop,
hagelmix of
osseworst. In Spanje moet je, aan de andere kant, veel preciezer zijn met benamingen voor zeedieren, waar in het Nederlands algemene soortnamen worden gebruikt. Laten we beginnen met inktvis: een Spanjaard zou je zowiezo al raar aankijken als hij zou begrijpen dat we dit een
vis noemen.
De
octopus heet hier
"pulpo", niets te maken met pijlinktvissen of "
calamares" waarvan we het lichaam in ringen gesneden en de pootjes ("
puntillitas") vaak gebakken ("a la romana") opdienen. De "
sepia" (
zeekat) lijkt wel weer wat op de
calamar, maar is ronder van vorm en het vlees is dikker. Natuurlijk zijn er ook regionale verschillen: in Andalusië zeggen ze "
choco" tegen de "
sepia" (hoewel sommige mensen zullen vinden dat het ook echt om een ander dier gaat).

Hetzelfde geld bijvoorbeeld voor de "schaaldieren met een kort lichaam", die je in het Nederlands allemaal als
krab aanspreekt. Het Spaans gebruikt niet zo'n algemene term, want een
buey de mar is natuurlijk heel anders van grootte, vorm en smaak dan een
centollo of een
nécora, om maar eens wat te noemen. Zie bijvoorbeeld
deze pagina voor een uitleg over de verschillende soorten (in het Spaans, maar met plaatjes en benamingen).
Externe link: http://pescadosymariscos.consumer.es/crustaceos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten